“In gelul kun je niet wonen”, ook niet in 2025

Gepubliceerd op 08/05/2025
Geschreven door onze gastschrijvers
Kirsten Pluim
“In gelul kun je niet wonen.” Deze uitspraak deed PvdA-politicus Jan Schaefer al tijdens zijn tijd als staatssecretaris van Volkshuisvesting tijdens het kabinet van Den Uyl. Bijna vijftig jaar later is deze uitspraak nog net zo relevant. We zitten namelijk middenin de grootste huizencrisis sinds de Tweede Wereldoorlog en daar mogen we ons best wat meer over opwinden. Want wij, studenten en jongeren, zijn één van de grootste slachtoffers.
Alles valt of staat met een dak. Jouw mogelijkheid om je eigen plekje te creëren, los van je ouders, nieuwe mensen te leren kennen tijdens je studententijd, het vinden van een passende baan, van je partner je levenspartner maken of het starten van een gezin; het dak waar je onder leeft en waar dat zich bevindt, vormt de basis voor belangrijke stappen in het leven. En juist deze primaire behoefte is tegenwoordig een luxegoed geworden. Bijna de helft van de jongeren geeft aan dat deze woningcrisis zorgt voor mentale druk. En laat dit nou niet de enige crisis zijn waar we ons in bevinden.
40 procent (!) van de daklozen in Nederland is tussen de 0 en 27 jaar. Dit zijn mensen die aan de start van hun leven staan en die hierin compleet worden tegenwerkt doordat ze geen toegang hebben tot een dak boven hun hoofd. Het exacte aantal daklozen weten we niet eens – of wordt gigantisch onderschat – maar wat we wel weten is dat dit aantal drastisch is gestegen sinds de hervormingen van voormalig minister van Volkshuisvesting (2012-2017) Stef Blok, waarbij de gehele woningmarkt werd geliberaliseerd. Want laten we wel wezen, deze crisis in een van de rijkste landen van de wereld is niet per ongeluk ontstaan en we hebben echt wel de middelen om dit op te lossen. Het zijn allemaal bewuste keuzes.
En als er dan concrete plannen worden gemaakt, zijn jongeren vaak ook nog eens een uitzondering, zoals in de Wet vaste huurcontracten, waarin studenten wel in aanmerking komen voor tijdelijke huurcontracten in tegenstelling tot andere huurders. En als we, wonder boven wonder, een woning hebben gevonden, gaat een goede helft van onze inkomsten op aan huur, de zogenaamde woonquote. Er zijn hypotheken die goedkoper zijn, maar dat is voor ons al helemaal een sprookje, want wie kan er nog een hypotheek betalen met de studieschuld waar wij mee worden opgezadeld? Oh, en huurtoeslag? Volgens de huidige regelgeving, helemaal niet nodig voor onzelfstandige kamers.
Als sociaaldemocraten valt hier flink wat te halen. Als er een crisis is die de ongelijkheid in ons land weerspiegelt, dan is het de wooncrisis. De ongelijkheid in vermogen tussen huurders en kopers is gigantisch, het vermogen van huurders is namelijk veertien keer lager dan van kopers (in 2020 36.000 tegenover 2600 euro). En ook waar je ouders vandaan komen, is bepalend voor jouw woonsituatie. De ‘jubelton’ mag dan wel zijn afgeschaft, nog altijd betekent het hebben van rijke ouders een voorsprong op je leeftijdsgenoten als het op het kopen van een huis aankomt. Daarbij zijn gezonde woonomstandigheden ook belangrijk voor de fysieke gezondheid van mensen. Allemaal punten waar wij als sociaaldemocraten een vuist voor willen maken, toch?
In de meest recente plannen van de huidige regering zien we goed terug dat ze bezig zijn met een stevig potje studenten pesten. Het laatste woord over de Voorjaarsnota op wonen lijkt nog niet te zijn gezegd, toch lijken er een aantal dingen aan te komen. Zo gaat de WOZ-waarde zwaarder meewegen, wat slecht nieuws betekent voor studenten die in grote steden wonen, omdat zo het puntenaantal van een woning zal stijgen – en daarmee ook de prijs. Daarnaast vallen straks ook minder woningen onder het puntensysteem. Als klap op de vuurpijl worden mogelijk de minpunten in het puntensysteem, wanneer er geen balkon of tuin aanwezig is, voor het gemak geschrapt. Dit alles gaan alle studenten direct voelen in hun portemonnee, al vanaf 1 januari 2026, als het aan Keijzer ligt.
We worden bedonderd waar we bijstaan en dat kan anders. Blijkbaar kan de markt het niet zelf en zullen we weer regie op ons woonbeleid moeten terugpakken. Investeer in brede sociale huur, sloop geen sociale huur om er duurdere woningen neer te zetten en minacht het niet. Implementeer leegstandsverordeningen, dit pakt goed uit in een aantal steden. Pak huisjesmelkers en investeerders aan. Verlaag de huren en los dakloosheid nog liever vandaag dan morgen op, zorg voor redelijke opvang en vooral preventie. Het zijn topjes van de ijsberg, maar het zijn eerste stappen in de goede richting.
We mogen laten zien dat we het niet langer pikken. Aankomende zaterdag, 10 mei, is het landelijk Woonprotest in Utrecht. Dit lijkt mij het perfecte moment om te laten zien hoe boos wij zijn. Want in gelul kun je niet wonen, maar in stilte ook niet.
Deel ook jouw ideeën over dit onderwerp. Mail jouw essay of ander soort artikel naar lavaredactie@gmail.com. Vragen? De redactie denkt graag mee! En check Lava’s socials!