Waarom Harris verloor en hoe links kan winnen
Gepubliceerd op 09/11/2024
Geschreven door onze gastschrijvers
Boyd Angenent
De verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten deed velen van ons schrikken. Met nog eens vier jaar Trump staat niet alleen de Amerikaanse democratie, maar ook wereldwijde veiligheid, klimaatbeleid, mensenrechten en vrede onder grote druk. Het is nu aan linkse en progressieve bewegingen wereldwijd om een krachtig tegenantwoord te bieden.
In augustus schreef ik hoe de keuze van de Democratische Partij voor Tim Walz als vicepresidentskandidaat een stap zou kunnen zijn in de richting van een meer progressieve Amerikaanse politiek. Er heerst namelijk een sterk verlangen naar verandering in de Verenigde Staten, te zien aan de grote hoeveelheid Amerikanen die zich zorgen maken over de toekomst van het land en de staat van de economie. Het gevoel dat er iets radicaals moet veranderen in de Verenigde Staten is hierdoor wijdverspreid, en het was juist Tim Walz die als gouverneur van Minnesota de afgelopen jaren heeft laten zien hoe een succesvol en ambitieus progressief programma dit zou kunnen invullen. Maar, in plaats van deze ambities te omarmen, koos de Harris-campagne ervoor om juist niet te sterk te breken met de status quo. Vanaf de Democratische Nationale Conventie zagen we de toon van de Harris campagne langzaamaan voorzichtiger en zelfs conservatiever worden. In plaats van het kanaliseren van de hoge mate van ontevredenheid in de Amerikaanse samenleving, werd er een verhaal geschetst waarin het allemaal wel meeviel met die zorgen. De inflatie was tenslotte sterk afgenomen, de werkloosheid historisch laag en de economie aan het groeien. Hoewel deze feiten op zichzelf waar kunnen zijn, negeert deze boodschap van de Democraten het feit dat een op de drie Amerikaanse huishoudens moeite heeft om de dagelijkse uitgaven te kunnen betalen. De diepe economische pijn die door veel Amerikanen wordt gevoeld, werd op deze manier door de Harris campagne miskent.
Het logische gevolg hiervan heeft zich nu uitgespeeld: een overwinning voor Donald Trump, die deze energie wél weet op te vangen in zijn belofte om (opnieuw) de boel radicaal op zijn kop te zetten, en zo meer stemmers heeft weten te mobiliseren dan Harris. Maar de antwoorden die Trump biedt zijn geen echte oplossingen. In zijn eerste termijn werden de Verenigde Staten geconfronteerd met een ongekende hoeveelheid haat, racisme, corruptie, leugens en geweld. Dit zal in zijn tweede termijn alleen maar erger worden. De Amerikaanse democratie zal onder ongekende druk komen te staan. Dit resultaat lijkt een rechtvaardiging van het conservatieve, nationalistische wereldbeeld dat door verschillende internationale leiders wordt vertolkt, van Orbán tot Trump. De toenemende verrechtsing en de afbraak van democratie en mensenrechten wereldwijd lijkt zo onoverkoombaar.
Maar het hoeft niet zo te zijn. Linkse en progressieve bewegingen, ook buiten de Verenigde Staten, lijken telkens weer in dezelfde val te trappen: door de angst om als te radicaal gezien te worden, conformeert links haar verhaal aan wat het politieke midden (en in toenemende mate rechts) als wél redelijk zou zien. Maar zo verdwijnt linkse politiek als alternatief voor de status quo. Wat het nog erger maakt, is dat deze strategie van de kiezer in het midden opzoeken, zelden tot nooit werkt. Rechtse politici, zoals Trump, zullen namelijk nooit water bij de ideologische wijn doen. Zo wordt het politieke midden bepaald door rechts. Daarin meegaan betekent niet dat links een breder publiek aanspreekt, het zorgt er alleen maar voor dat links ruimte inlevert aan een alsmaar rechtser politiek debat. Zo koos Harris ervoor om de eigen linkse en Arabisch-Amerikaanse achterban onder de bus te gooien, door zich onvoorwaardelijk achter het genocidale geweld van de Israëlische overheid te scharen. Tegelijkertijd werd er, in een poging Republikeinse kiezers te verleiden, gezamenlijk campagne gevoerd met de ultraconservatieve Republikein Liz Cheney. Het volgen van deze strategie resulteert echter niet in het overtuigen van rechtse kiezers, in tegendeel, het gaat vaak ten koste van de eigen achterban. De verkiezingsuitslag laat nu zien dat er geen enkele verschuiving heeft plaatsgevonden van Republikeinse stemmers naar de Democraten. Wel bleef de Democratische achterban gedesillusioneerd thuis.- Waar Trump dit jaar ongeveer net zo veel stemmers lijkt te gaan halen als in 2020 (ongeveer 74 miljoen), gaan de Democraten van 81 miljoen stemmen in 2020 naar slechts 71 miljoen stemmen in 2024. Door te willen conformeren aan wat het politieke midden dicteert, gaven de Democraten het initiatief over aan de Republikeinen, die daarmee haarfijn het politieke debat wisten te domineren.
Het laat mij achter met gevoelens van onmacht en wanhoop. Links zal de weg naar boven niet vinden door voortdurend een groep kiezers achterna te jagen die nooit op ons zal stemmen. Ook in Nederland wordt deze fout nog te veel gemaakt. Zolang we niet breken met de status quo en écht een links alternatief durven te bieden voor de huidige politiek, zullen we rechts niet evenaren in energie en strijdlust. Maar juist vanwege het feit dat het dus anders kan, is er geen ruimte om gedesillusioneerd achter te blijven. Nu is juist het moment om op te staan. Wat mij sterkt is het feit dat ik een toenemend bewustzijn zie onder linkse en progressieve jongeren, dat het echt anders moet, en anders kan. Er is niet alleen behoefte aan, maar ook ruimte voor, een gedurfder links verhaal. Wordt politiek actief en help mee met het vertolken van een nieuw, toekomstgericht en links alternatief op de politieke status quo!
Boyd Angenent, Internationaal Secretaris van de Jonge Socialisten