-
15/09/2017
19:48
De voorzitter: ben jij bereikbaar?
Zodra ik wakker word pak ik als allereerste mijn telefoon. Snel zie ik nog wat appjes in de whatsappgroep van het landelijk bestuur van de JS, die er meestal toe leiden dat ik er ook nog even mijn laptop bij pak om snel een mailtje te versturen. Als ik vervolgens in de sportschool sta werk ik tussen de sets die ik met de gewichten doe door even de rest van mijn mailbox bij. Datzelfde fenomeen speelt zich af op de wc, in de kroeg of als je met vrienden zit te eten. Tegelijkertijd weet ik dankzij mijn telefoon vaak in welke kroeg ik moet zijn, waar het eten goed is of ben ik heel blij dat ik snel kan controleren of het gaat regenen voor ik naar buiten loop. De wereld met de techniek is zoveel makkelijker, maar zoals een groot filosoof ooit net niet zei “elk voordeel heb zijn nadeel” (jaja het was andersom, maar dat maakt mijn verhaal niet lopend). Het levert ook extra druk op. We verwachten van elkaar altijd bereikbaar te zijn. Waar sociaaldemocraten jaren gestreden hebben om acht uur te werken, acht uur te slapen en acht uur vrije tijd te hebben nemen de acht uur werk langzaam de acht uur vrije tijd over. We zijn niet meer in staat om van kantoor te gaan en het werk echt tot morgen te laten als je kantoor eigenlijk in je broekzak of op zijn minst rugzak past. De blauwe vinkjes kunnen misschien uit, maar in een groep dan weer niet. We willen altijd van elkaar weten waar we zijn of we niet toch kunnen reageren of we het niet gewoon negeren. Laten we elkaar toch ook wat vaker die vrije tijd gunnen, de telefoon wegleggen als we zitten te eten en gewoon acht echte uren nemen voor vrije tijd. Misschien dat ik me morgen eerst nog een keer omdraai voordat ik mijn telefoon pak.
-
15/05/2017
19:13
De voorzitter: de vakbond is nodig
“De vakbond is een archaïsch instituut. Ze zetten zich alleen in voor de belangen van ouderen. Houden star vast aan oude verworvenheden en zijn niet bereid om zich aan te passen aan de nieuwe tijd, daar hoef ik niet bij”, hield ik mezelf jarenlang voor. Toch werd ik lid van de FNV. Was er dan niets over van mijn aanvankelijke bezwaren? Het is inderdaad zo dat vakbonden bevolkt worden door grijze koppen die hun pensioen dichterbij zien komen. Er is echter maar één manier om dat te veranderen. Zorgen dat ook jonge mensen zich verenigen. Ik geloof heilig in het collectief. Op dit moment zitten steeds meer jongeren in rare constructies die erop neerkomen dat werkgevers zo min mogelijk risico lopen en zo makkelijk mogelijk van hun werknemers af kunnen. In je eentje kun je niet opboksen tegen een systeem dat misschien juridisch prima dicht getikt zit, maar onrechtvaardig voelt. Niet doorbetaald worden als je ziek bent en dan toch maar gaan werken, waardoor je nog zieker wordt of andere mensen aansteekt. Niet verzekerd zijn tijdens je werk, want je bent goedkoper als ZZP’er. Niet de macht hebben om een shift te weigeren, want ja voor jou tien anderen. Gewoon een fatsoenlijk loon en wat zekerheid, dat zit er niet zomaar meer in. Daarom moeten we elkaar goed vasthouden en samen de strijd aan. Het verkiezen van winst boven goed werkgeverschap is een keuze, geen natuurwet. Maar die keuze gaan werkgevers niet zelf maken. Daar is de vakbond voor nodig. Alleen samen kunnen we strijden tegen de macht van het geld, tegen de neoliberale wind dat het allemaal maar door de markt besloten moet worden, dat vaste contracten ouderwets zijn. Want laten we eerlijk zijn, het is hoog tijd dat de werkgevers zich ook eens aanpassen aan de nieuwe tijd waarin we fatsoenlijk met elkaar omgaan.
-
15/02/2017
18:05
De voorzitter: een kwestie van beginnen
Afgelopen maand organiseerde ik mee aan Holland Against Hate en demonstreerden we met 3000 personen tegen de Muslim Ban van Donald Trump. Opeens was ons verzet dat begon met een Facebook event de opening van het gewone NOS journaal, RTL Nieuws en (mijn persoonlijke favoriet) het Jeugdjournaal. Hoe overweldigend dat ook was, het succes van deze demonstratie zat hem niet in de media-aandacht, maar in het massale verzet van de stille meerderheid tegen het populisme. Onze generatie wordt vaak een vorm van like-activisme verweten; wij zouden enkel vanachter een computerscherm een paar seconde willen nemen om de wereld te verbeteren. Toch zag je dat oprechte woede, zorg en onvrede, gecombineerd met het geloof dat het wél kan, dat we samen sterker zijn dan alleen, dat we niet lijdzaam zullen toekijken terwijl anderen de samenleving verdelen, zorgt dat wij opstaan. De geschiedenis wordt nu geschreven. Op iedere school waar wij lesgeven vragen wij de leerlingen: “Waar word jij boos van?” De antwoorden zijn heel uiteenlopend: van de gebrek aan nachtbussen tot het deurbeleid van discotheken waar je huidskleur bepaalt of je naar binnen mag. In alle antwoorden komt een ding terug een intense gedrevenheid om de wereld anders te zien. Wij leren deze jongeren steeds dat je niet lijdzaam hoeft te wachten tot de wereld anders wordt, maar gewoon zelf kunt beginnen. Door medestanders te zoeken in de politiek, bij maatschappelijke organisaties of gewoon bij je directe omgeving, door in opstand te komen, door niet op te geven. Toen wij op het Malieveld gingen staan kregen we steeds de vraag “Denk je nu echt dat Trump hiernaar luistert?”, maar een ding weet ik zeker zolang je zwijgt word je sowieso niet gehoord. Dus maak geluid, laat je horen, spreek je uit, want wij kunnen de wereld veranderen, soms is het gewoon een kwestie van beginnen.