Betrokkenheid op afstand

Gepubliceerd op 22/04/2020
Geschreven door

Zes vragen over hoe leraren in het voortgezet onderwijs lesgeven tijdens de coronacrisis

Philip Dubbeldam is docent geschiedenis en levensbeschouwelijke vorming aan het Vlietland College in Leiden, waar hij voornamelijk les geeft aan onderbouwklassen mavo en havo. Philip geeft in tijden van de coronacrisis, net zoals alle andere docenten in het voortgezet onderwijs, zijn lessen online en op afstand. Hoe houd je contact met leerlingen op afstand? Hoe toets je hun prestaties en op welke manier ga je om met ongelijkheid tussen leerlingen?

Het digitaal lesgeven op afstand vraagt natuurlijk om een compleet andere manier van werken. Hoe is het  om nu lessen voor te bereiden?

“De lessen die we maken moeten een dag van tevoren om vijf uur ‘klaarstaan’. Dat houdt in dat we instructies, een filmpje met uitleg of een opdracht uploaden op Google Classroom, zodat alle leerlingen dat kunnen gebruiken. Vervolgens zie ik de leerlingen elke les online bij ‘Google Meet’. Zo’n digitale les voor de volgende dag kan ik gemakkelijk tijdens een les in elkaar zetten: de leerlingen stellen immers ook minder vragen. Naast het ‘digitale’ lesgeven zorg ik ook dat de leerlingen genoeg in hun werkboek blijven werken. Anders zitten ze de hele dag achter hun computer; voor de schoolopdrachten én voor het gamen in hun vrije tijd. Om te zorgen dat de leerlingen nog een beetje bewegen, stuur ik ze video’s met bewegingsoefeningen voor achter de laptop.”

Baart het je zorgen dat je minder vragen krijgt van leerlingen? 

“Er is een assertief groepje dat altijd wel vragen stelt, maar er zijn ook leerlingen die minder goed te bereiken vallen. Ik kan soms ook moeilijk controleren of leerlingen de lesstof echt goed hebben begrepen of niet. Daar kan je op afstand minder goed achter komen dan wanneer je de leerlingen echt in de klas hebt.”

Zijn er leerlingen die ook niet kunnen meekomen omdat het onderwijs nu op afstand gegeven wordt en niet op school?

“Jazeker, maar ik maak me niet alleen zorgen over de lessen en de vakinhoud, maar ook over de thuissituaties van leerlingen. Daar zie je een grote ongelijkheid: in het ene gezin zit een moeder met een kop thee aan de keukentafel om de leerling te helpen, in een ander gezin zit de leerling tussen schreeuwende broertjes en zusjes te werken. In mijn eigen mentorklas houd ik ook enquêtes, daaruit blijkt dat veel leerlingen in deze tijd toch een plek missen waar ze even niet thuis hoeven te zijn. Niet iedereen vindt het prettig om niet meer naar school te gaan.” 

Zijn de digitale onderwijsmiddelen eigenlijk wel beschikbaar voor elke leerling?

“Elke leerling kan een laptop krijgen via onze school, maar die moet dan wel aangevraagd worden. Dit is ook een punt waarop je de ongelijkheid tussen leerlingen ziet. Sommige leerlingen maken hun schoolwerk bijvoorbeeld op hun mobiele telefoon, omdat ze geen laptop hebben. Niet elke leerling heeft ouders die assertief genoeg zijn om een laptop via school aan te vragen.”

Is het mogelijk om de leerlingen op afstand te toetsen?

“We toetsen nu vooral formatief, dan kijken we naar de opdrachten die de leerlingen hebben gemaakt en dan kunnen we beoordelen of zij de opdrachten goed hebben begrepen. We geven nog geen summatieve toetsen, dit zijn toetsen waarbij de leerlingen een cijfer halen dat meetelt voor de overgang. Dit komt omdat het  is erg lastig om leerlingen op basis van hun thuis verrichtte werk te beoordelen, de verschillen tussen de omstandigheden waarin leerlingen moeten werken is gewoonweg te groot. Niet elke leerlingen kan de toets thuis in een rustige ruimte maken. Bovendien hebben sommige leerlingen huiswerkbegeleiding of faalangsttraining nodig; dat ligt nu helemaal stil.”

Hoe kunnen jullie nu voor de leerlingen bepalen of ze over kunnen gaan of niet?

“Dat is lastig. Er bestaat op dat vlak ook nog veel onzekerheid. We weten niet hoe de normeringen voor overgang naar het volgende jaar worden. Op onze school blijft een leerling eigenlijk nooit zitten, maar misschien worden we daar door deze situatie wel toe gedwongen. Het zou in ieder geval erg fijn zijn als ik de leerlingen in periode 4 minimaal één keer per week zou kunnen zien. Nu spreek ik in de mentorles twee leerlingen per les via een digitaal videogesprek, maar het is toch veel beter om de leerlingen weer in het echt te zien.”

categorieën: LAVA 2020
tags: , , ,

Contact

Wil jij ook meeschrijven met de Lava? Of heb je een vraag of opmerking naar aanleiding van een column, artikel of andere schrijverij? Neem dan contact met ons op via onderstaande e-mailadres. Voor vragen over de Jonge Socialisten in de PvdA kan je terecht op hun website: www.js.nl.

E-mailadres: lava@js.nl

Lees verder; klik hier…
Copyright 2020 - Jonge Socialisten in de PvdA