In God We Trust: Waarom idealen niet alleen op de ander gebaseerd mogen zijn
Gepubliceerd op 23/07/2020
Geschreven door Lukas Van Dongen
Essay over het belang van voor je eigen idealen te staan
Op 21 juni 2020 ging er een schok door het CDA. Op die dag kandideerde Mona Keijzer zich voor het lijsttrekkerschap van de partij, met de boodschap dat zij FvD niet zou uitsluiten als coalitiepartner. “Als je [FvD uitsluit], lever je je wel erg op een presenteerblaadje uit aan GroenLinks, D66 of PvdA. En daar zitten ook nog wel een paar visies op Nederland die de mijne niet zijn”, aldus Keijzer. Nu is het wellicht geen nieuws dat de oerconservatieve Keijzer niet staat te springen om progressief beleid uit te voeren, maar met deze actie ontketende ze wel degelijk iets wonderbaarlijks.
In de dagen die volgden op die 21 juni ging het interne debat bij de christendemocraten namelijk helemaal niet over het CDA. De christendemocraten vroegen zich vooral af of zij met FvD in de regering wilden. De partij van Thierry Baudet voerde zodanig de boventoon dat Pieter Omtzigt na zijn kandidaatstelling voor het leiderschap ook maar meteen werd gevraagd naar zijn standpunt in de kwestie. Het CDA had het debat over de eigen koers volledig laten afdwalen. De vragen over de verschillen tussen het CDA en de FvD voerden de boventoon.
Politieke identiteit is makkelijk te verkrijgen door het afzetten tegen het andere. Het is immers heel makkelijk om jezelf bijvoorbeeld “pro EU” te verklaren omdat je geen nexit wilt. “Sociaal”, omdat je de zorg niet verder wilt privatiseren. Of “pro klimaat”, omdat je geen klimaatscepticus bent. Dit geeft echter geen constructief beeld van je daadwerkelijke standpunten. Je bent overgeleverd aan de identiteit van de ander. Nu is het goed nieuws dat het CDA heeft gekozen niet met het FvD in zee te gaan. De manier waarop de partij op dit punt is gekomen kan echter tot veel schade leiden. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in de Verenigde Staten.
Politieke identiteit is makkelijk te verkrijgen door het afzetten tegen het andere.
Iedereen die wel eens goed naar een dollarbiljet heeft gekeken zal de volgende spreuk herkennen: ‘In God We Trust’. Dit officiële motto van de Verenigde Staten van Amerika lijkt een overblijfsel uit een ver Christelijk verleden – toen men nog niet zo gewend was aan de scheiding tussen kerk in staat. Hij is echter ingevoerd in 1956, als vervanger voor “E Pluribus Unum” (uit velen één). Waarom zou het congres zo’n representatieve, seculaire slogan vervangen door een Christelijke slogan waar niet Christenen in de VS geen beeltenis aan hebben? Het antwoord ligt achtduizend kilometer naar het oosten, in de officieel atheïstische Sovjet-Unie. De VS – in de hoop zich af te zetten tegen het antitheïsme uit Moskou – omarmde namelijk het Christendom binnen haar identiteit. Het land, waar Albert Einstein ervan verdacht werd communist te zijn, kwam steeds meer in de greep van de koude oorlog.
Amerikaanse presidenten bepaalden hun beleid steeds meer vanuit behoefte om zich tegen het communisme af te zetten. De motivatie van dit conservatievere beleid kwam niet voort uit wat Amerika zou moeten zijn, maar uit wat het vooral niet zou moeten worden: de Sovjet-Unie. Zo begon Nixon de ‘war on drugs’ toen hij marihuana in 1970 criminaliseerde in een poging om de hippie beweging onder controle te krijgen. Ook werd Christelijk conservatisme actief tot regeringsbeleid gemaakt, met alle gevolgen van dien. Later, in de jaren 80, liet Ronald Reagan dit anticommunistische trucje ook op de economie los. Terwijl hij de Sovjet-Unie omdoopte tot een ‘evil empire’ begon Reagan met het kortwieken van de overheid. Diensten werden geprivatiseerd of wegbezuinigd terwijl de grote industrieën en Wall Street werden gedereguleerd. Een verzorgingsstaat was immers socialistisch.
Het huidige Amerika is in meerdere opzichten een product van de koude oorlog. Dit is vooral te danken aan de manier waarop het beleid van Nixon en Reagan is doorgezet door de Democratische oppositie. Na de val van de muur en de Sovjet-Unie werd het neoliberale beleid van deregulering doorgezet door president Clinton. De Amerikaanse politieke cultuur is nog steeds als de dood voor links beleid. Sociaaldemocratische en socialistische bewegingen worden dan ook buiten het publieke debat gehouden. Critici beschuldigden de onafhankelijke Senator Bernie Sanders er bijvoorbeeld van dat hij de VS wil veranderen in Venezuela, de moderne variant van de Sovjet-Unie. De Democratische partij voert op zijn best centristisch beleid uit en ondertussen gaan steeds meer Amerikanen gebukt onder armoede en kansenongelijkheid. Joe Biden, de Democratische uitdager van Donald Trump, zal daar naar alle waarschijnlijkheid weinig verandering in brengen.
Het huidige Amerika is opgebouwd uit politieke idealen die op de eerste plaats zijn gebaseerd op die van een ander. Dit proces heeft enorme gevolgen gehad voor miljoenen mensen binnen en buiten de Verenigde Staten. Nu zal Hugo de Jonge ogenschijnlijk minder invloed hebben op de wereldgeschiedenis dan de Koude Oorlog. Toch is het op elk niveau belangrijk om zelf voor de eigen idealen te staan, in plaats van tegen die van een ander. Ik zou tegen het CDA willen zeggen: haal je idealen uit de spiegel, niet uit het raam.
Ik zou tegen het CDA willen zeggen: haal je idealen uit de spiegel, niet uit het raam.