De tolerante samenleving moet intolerantie veroordelen
© Markus Spiske
Gepubliceerd op 17/10/2020
Geschreven door de Redactie
Jelmer Peetoom
Beste JS’er,
Met de aankomende verkiezingen in maart 2021, is het weer tijd voor Nederland om een nieuwe tweede kamer te kiezen. Een van de grootste stijgers in de peilingen is het Forum voor Democratie (FvD), een partij die openlijk op komt voor een intolerante samenleving waar de ‘gewone Nederlander’ weer centraal moet staan en bijna alle huidige problemen in de samenleving veroorzaakt of versterkt worden door de stroom van niet-westerse immigranten in Nederland. Zelfs het blanke, boreale, ras wordt met uitsterven bedreigd door deze immigranten. Helaas is de FvD niet de enige partij die dit geluid uit. Sinds de oprichting van zijn partij in 2006, verkondigt Wilders hetzelfde. Na de alarmerende overwinning in 2016 is de PVV de op een na grootste partij en in de huidige peilingen doen ze het alleen maar beter. Hoe moeten we hier als partij en PJO mee omgaan? Moeten we dit tolereren?
Al is tolerantie niet officieel één van onze vijf grondbeginselen, het staat wel centraal binnen onze ideologie. Zonder de tolerantie van andere meningen is er geen vrijheid van meningsuiting, maar is er sprake van censuur. Zonder de verschillen van elkaar te accepteren is er geen solidariteit, en zeker geen verbondenheid. En wat maken de uitingen van elkaar nou uit, iedereen is toch gelijk? Dan zouden wij toch juist het goede voorbeeld moeten geven en de politiek van Baudet en Wilders tolereren?
Alleen hiermee ontstaat er een probleem. Als we hun politiek tolereren zullen er meer mensen overtuigd worden door hun praatjes en zullen deze mensen steeds minder de diversiteit in Nederland accepteren. Onbeperkte tolerantie leidt uiteindelijk tot intolerantie. Al lijkt die vrij extreem. Er zijn jammer genoeg meerdere voorbeelden waar de tolerantie van extreme politiek eindigde in een intolerante samenleving en overheid. Het makkelijkste voorbeeld is natuurlijk Nazi-Duitsland, maar ook de huidige situaties in Polen en Brazilië zijn alleen mogelijk geweest door de tolerantie van deze extreme ideeën. Ik wil hiermee niet zeggen dat als we niks doen we in dezelfde situatie eindigen als de nazi’s, maar alleen een voorbeeld schetsen dat onbeperkte tolerantie de weg vrijmaakt voor intolerantie. Als de tolerantie van deze intolerante ideeën niet het antwoord is, wat dan wel?
Hoe paradoxaal dan ook, de enige manier om een tolerante samenleving te beschermen is om intolerantie te veroordelen. Om het in de mooie woorden van de Amerikaanse filosoof Karl Popper te zeggen: “In de naam van tolerantie, moeten we ons het recht toe eigenen om intolerantie niet te tolereren. We moeten elke beweging die aanzet tot intolerantie als crimineel (lees: immoreel) beschouwen, hetzelfde dat we het aanzetten tot diefstal, moord of slavernij als crimineel beschouwen”.
Met een rode groet,
Jelmer Peetoom