De val van Aleppo en een terugblik op de burgeroorlog
Daraa, Syrië, begin 2022. © Mahmoud Sulaiman op Unsplash
Gepubliceerd op 02/12/2024
Geschreven door onze gastschrijvers
Daan Kerkhoven
Als sinds 2011 is het oorlog in Syrië, een conflict dat haast niet ten einde lijkt te kunnen komen. Sinds gisteren is de historische stad Aleppo weer in handen van jihadistische rebellengroepen, voor het eerst sinds het door Rusland en Iran gesteunde regeringsoffensief in 2016. Het is een conflict met een complexe geschiedenis en ontzettend veel betrokken partijen.
Na de roerige jaren na de Franse dekolonisatie, kwam in 1963 de socialistische pan-Arabische Baath-partij aan de macht. Het pan-Arabische Baathisme had vanaf toen twee benen om op te staan: één in Syrië en één in Irak, onder Saddam Hoessein. In 1967 brak de Zesdaagse oorlog uit, wat onder andere resulteerde in de Israelische bezetting van de Syrische Golanhoogvlakte – volgens Israël noodzakelijk om beschietingen vanuit Syrië te voorkomen, maar volgens veel Syriërs een inbreuk op hun soevereiniteit. Enkele jaren later, in 1970, kwam Hafez al-Assad door middel van een coup binnen de partij aan de macht.
Deze gebeurtenissen werden gevolgd door jaren aan machtsstrijd in het Midden-Oosten. Israël voerde oorlogen met Libanon en later Hezbollah, twee intifada’s vonden plaats en het Baathisme kreeg een been onder zich uit geschopt toen het regime in Irak door de Verenigde Staten ten val werd gebracht. Hafez al-Assad werd opgevolgd door zijn zoon Bashar al-Assad en in 2011 startte de Arabische Lente, het begin van de huidige burgeroorlog. De instabiliteit die mede door de Verenigde Staten in beweging is gezet – door de inval in Irak – heeft er uiteindelijk toe geleid dat extremistische groepen zoals de Islamitische Staat en verscheidene groepen verbonden aan al-Qaida, genoeg steun kregen om militair in verzet te komen.
De Islamitische Staat is door iedereen tot vijand uitgeroepen, terwijl de Syrische overheid, nog altijd geleid door al-Assad, steun geniet van Rusland, Iran, Hezbollah, en zelfs wapenhandel met China drijft. Het Vrije Syrische Leger, dat zich later opgesplitst heeft, en andere verzetsgroepen die tegen IS en het Syrische leger gekeerd zijn, worden gesteund door de NAVO en andere landen die zich achter het Westen scharen. Zo lijkt Syrië haast het slagveld te zijn geworden voor een proxy-oorlog – een oorlog waarbij grootmachten elkaars conflicten in een ander land uitvechten – met ontzettend veel belangen. Wie hier helaas verwaarloosd wordt, zoals dat altijd gebeurt in oorlogen, is het Syrische volk zelf. Naar schatting zijn bijna 7 miljoen Syriërs het land ontvlucht en intern hebben soortgelijke aantallen hun huizen moeten verlaten om henzelf in veiligheid te brengen.
Een bron van hoop is de autonome regio in het noordoosten van Syrië waar de niet-erkende staat Rojava gesticht is. Dit gebied staat onder leiding van onder andere de Marxistisch-Leninistische Koerdische Arbeiderspartij (PKK, een politieke partij) en de Volks Bescherming Eenheden. De laatstgenoemde is een militante organisatie die onder meer actief is in Turkije en in een hoop landen als terroristische organisatie wordt beschouwd, maar in Syrië één van de groeperingen is die voor waarden staat als gendergelijkheid, zelfbeschikking, gelijkheid, democratie en mensenrechten. Er zijn echter ook landen die kritiek hebben op Rojava. Zij zien de regio als autoritair en betichten het van steun aan de Syrische overheid. De PKK is een van de groeperingen die nog altijd verzet biedt tegen jihadistische groeperingen in Syrië, en tevens in strijd is met de Turkse staat over de onderdrukking van de Koerdische minderheid in dit land. Dit heeft ertoe geleid dat de Turkse overheid, naast het volgen van de NAVO, ook de PKK en zijn bondgenoten in noordelijk Syrië actief belegert en bombardeert.
Wederom blijkt de situatie in Syrië, ook na de val van Aleppo, nog altijd niet dichter bij een einde te zijn. De verstrengelde lokale en internationale belangen, een situatie die haast een proxy-oorlog lijkt, verschillende groeperingen die allen op hun eigen manier aan macht vastklampen en een overheid die al jarenlang het vertrouwen verloren heeft, dragen allemaal bij aan het feit dat een einde aan dit verschrikkelijke conflict nog niet in zicht lijkt. De jarenlange impasse lijkt nog niet volledig doorbroken. Het volk lijdt, terwijl de heersende klassen en reactionaire extremistische bewegingen elkaar genadeloos te lijf gaan. Een beweging tot zelfbeschikking, gestuurd door betrokken groeperingen binnen en buiten Syrië, is het enige lichtpunt dat hoop kan bieden voor de Syrische bevolking, maar totdat dit een feit is, lijkt de status quo zich helaas voort te zetten.
Daan Kerkhoven is student international studies en bestuurslid bij afdeling Den Haag-Leiden van de JS in de PvdA.
Deel ook jouw ideeën over dit onderwerp! Mail een ingezonden brief, essay of ander soort artikel naar lava@js.nl. Twijfels? Laat het ook gerust weten. De redactie denkt graag mee!